AB 2002, 353
Motivering bezwaar; toegang tot rechter; nemo tenetur-beginsel; lichtere eisen motivering bezwaar of beroep bij bestraffende sancties.
HR 08-03-2002, ECLI:NL:HR:2002:AD9880, m.nt. O.J.D.M.L. Jansen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 maart 2002
- Magistraten
Zuurmond, Van Brunschot, Van Vliet, Van Amersfoort, Lourens
- Zaaknummer
34992
- Noot
O.J.D.M.L. Jansen
- LJN
AD9880
- JCDI
JCDI:ADS60530:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Bestuursrecht algemeen (V)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
EU-recht (V)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2002:AD9880, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2002
ECLI:NL:HR:2002:AD9880, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑2002
- Wetingang
Essentie
Motivering bezwaar; toegang tot rechter; nemo tenetur-beginsel; lichtere eisen motivering bezwaar of beroep bij bestraffende sancties.
Samenvatting
Met het recht op berechting door een onafhankelijke en onpartijdige rechter is niet onverenigbaar dat om redenen van doelmatigheid een verhoging wordt opgelegd door de inspecteur en evenmin dat om dezelfde redenen de belastingplichtige zijn bezwaren tegen die verhoging aan de inspecteur moet voorleggen alvorens hij zich kan wenden tot de administratieve rechter in belastingzaken.
De in art. 6:5, lid 1 aanhef en letter d Awb opgenomen eis dat het bezwaarschrift de gronden van het bezwaar bevat, strekt ertoe ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.