RvdW 2002, 34
Letselschade. Voordeelstoerekening; causaal verband; vrijheid rechter; geen verrekening van fictief voordeel.
HR 01-02-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD6627 (Van Straaten/Brandts)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 februari 2002
- Magistraten
G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/181HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AD6627
- Roepnaam
Van Straaten/Brandts
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD6627, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑02‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD6627, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2002
- Wetingang
BW art. 6:100
Essentie
Letselschade. Voordeelstoerekening; causaal verband; vrijheid rechter; geen verrekening van fictief voordeel.
Indien in een concreet geval beoordeeld moet worden of eenzelfde gebeurtenis die voor de benadeelde schade heeft opgeleverd, voor hem tevens een voordeel heeft opgeleverd dat bij de vaststelling van de te vergoeden schade in rekening moet worden gebracht, dient de rechter in de eerste plaats te onderzoeken of het gestelde voordeel in voldoende causaal verband staat met de schadetoebrengende gebeurtenis. De rechter is vervolgens vrij bepaalde voordelen niet in rekening te brengen indien hem dat niet redelijk voorkomt. Van voordeelstoerekening kan slechts sprake zijn indien een voordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.