NJ 2002, 106
Koop; bodemverontreiniging; wederzijdse dwaling; aanpassing van de overeenkomst. Wettelijke rente.
HR 18-01-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AD7321 (Ruinemans/Heijmeijer)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 januari 2002
- Magistraten
P. Neleman, C.H.M. Jansen, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/073HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
AD7321
- Roepnaam
Ruinemans/Heijmeijer
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Milieurecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AD7321, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑01‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AD7321, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑01‑2002
- Wetingang
BW art. 3:53; BW art. 6:119; BW art. 6:228; BW art. 6:230; BW art. 6:248; BW art. 6:258
Essentie
Koop; bodemverontreiniging; wederzijdse dwaling; aanpassing van de overeenkomst. Wettelijke rente.
Hof heeft niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting met oordeel dat voldoende aannemelijk is dat de bodemverontreiniging dusdanig ernstig was en de sanering zo duur dat als partijen bij het sluiten van de koopovereenkomst daarvan op de hoogte waren geweest, zij deze niet of op andere voorwaarden zouden hebben gesloten. Het Hof dat de overeenkomst heeft gewijzigd, heeft onderzocht welke overeenkomst partijen zouden hebben gesloten indien zij toentertijd van de bodemvervuiling op de hoogte waren geweest. In haar algemeenheid vindt geen steun in het recht de opvatting dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.