RvdW 2002, 6:Doorbraak van aansprakelijkheid: aansprakelijkheid moedermaatschappij voor dochtermaatschappij; persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder moedermaatschappij. Bevoegdheid crediteuren in faillissement tot het tegen derden instellen van vordering uit onrechtmatige daad wegens benadeling; ‘paritas creditorum’; art. 1 Eerste Protocol EVRM. Compensatoire interessen.

RvdW 2002, 6

Doorbraak van aansprakelijkheid: aansprakelijkheid moedermaatschappij voor dochtermaatschappij; persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder moedermaatschappij. Bevoegdheid crediteuren in faillissement tot het tegen derden instellen van vordering uit onrechtmatige daad wegens benadeling; ‘paritas creditorum’; art. 1 Eerste Protocol EVRM. Compensatoire interessen.

Documentgegevens:

HR 21-12-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AD4499 (Sobi/Hurks II,Bouwconcern Hurks)

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 21 december 2001
Magistraten: P. Neleman, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink
Zaaknummer: C99/341HR
Conclusie: plv. P-G Mok
LJN: AD4499
Roepnaam: Sobi/Hurks II
Bouwconcern Hurks
Vakgebied(en): Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2001:AD4499, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AD4499, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2001
Wetingang: BW art. 2:3; BW art. 2:24a; BW art. 3:45; BW art. 3:84; BW art. 3:94; BW art. 6:162; BW art. 668 (oud); BW art. 1286 (oud); BW art. 1377 (oud); BW art. 1401 (oud); EVRM 1e Protocol art. 1; Fw art. 42; Fw art. 49; Fw art. 68; Fw art. 69; Overgangswet NBW art. 86; Overgangswet NBW art. 90

Essentie

Doorbraak van aansprakelijkheid: aansprakelijkheid moedermaatschappij voor dochtermaatschappij; persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder moedermaatschappij. Bevoegdheid crediteuren in faillissement tot het tegen derden instellen van vordering uit onrechtmatige daad wegens benadeling; ‘paritas creditorum’; art. 1 Eerste Protocol EVRM. Cessie; voldoende bepaaldheid. Compensatoire interessen.

De bevoegdheid van de curator om ten behoeve van door de gefailleerde benadeelde schuldeisers een vordering uit onrechtmatige daad in te stellen tegen een bij die benadeling betrokken derde, ook al kwam een dergelijke vordering niet aan de gefailleerde zelf toe, kan — ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.