RvdW 2002, 4
Verplichting tot stellen bankgarantie?
HR 14-12-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AD6098 (Van den Wildenberg/Van Leeuwen)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 december 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, R. Herrmann, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, O. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
C00/303HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
AD6098
- Roepnaam
Van den Wildenberg/Van Leeuwen
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Goederenrecht (V)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD6098, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑12‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AD6098, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2001
- Wetingang
BW art. 6:2; BW art. 6:105
Essentie
Verplichting tot stellen bankgarantie?
Art. 6:2 lid 1 BW (aanvullende werking redelijkheid en billijkheid) kan — gezien het gesloten stelsel van dwangmiddelen en middelen tot bewaring van recht en gezien het beginsel der ‘paritas creditorum’ — geen grondslag bieden voor een verplichting tot het stellen van zekerheid door middel van een bankgarantie. Er bestaat geen analogie met een veroordeling in kort geding tot betaling voorschot en evenmin met art. 6:105 lid 1 BW (stellen zekerheid bij veroordeling tot periodieke uitkering in kader begroting nog niet ingetreden schade).
Samenvatting
Tijdens de bouw van een bedrijfspand ontstaan tussen de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.