NJ 2002, 59
Concurrentiebeding; derogerende werking redelijkheid en billijkheid; maatstaf.
HR 14-12-2001, ECLI:NL:HR:2001:AD4504 (Bouwkamp/Van Dijke)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 december 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, O. de Savorin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C00/077HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
AD4504
- Roepnaam
Bouwkamp/Van Dijke
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AD4504, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AD4504, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑12‑2001
- Wetingang
BW art. 6:248; BW art. 7:653
Essentie
Concurrentiebeding; derogerende werking redelijkheid en billijkheid; maatstaf.
Een tussen partijen als gevolg van een overeenkomst geldende regel (in casu de regel dat het overeengekomen concurrentiebeding niet geldt bij ontslag) kan slechts op de voet van art. 6:248 lid 2 buiten toepassing worden gelaten voorzover de toepassing ervan in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Mocht de Rechtbank zulks niet hebben miskend, dan heeft zij onvoldoende inzicht gegeven in haar gedachtegang.
Samenvatting
In deze zaak vordert een werknemer een verklaring voor recht jegens zijn voormalige werkgever dat hij niet aan een tussen hen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.