NJ 2003, 76
Alimentatie; aard geding; nieuwe feiten; nieuwe grief; eisen goede procesorde; hoor en wederhoor.
HR 07-12-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AD4930, m.nt. W.D.H. Asser
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 december 2001
- Magistraten
P. Neleman, J.B. Fleers, A.G. Pos, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
R01/009HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- Noot
W.D.H. Asser
- LJN
AD4930
- JCDI
JCDI:ADS114882:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD4930, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑12‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AD4930, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2001
- Wetingang
EVRM art. 6; Rv (oud) art. 347; Rv (oud) art. 429n
Essentie
Alimentatie; aard geding; nieuwe feiten; nieuwe grief; eisen goede procesorde; hoor en wederhoor.
Voorzover Hof ervan zou zijn uitgegaan dat de aard van een alimentatiegeschil meebrengt dat de appèlrechter bij zijn beslissing rekening mag houden met feiten waarop de appellant eerst na het formuleren van zijn grieven een beroep doet, óók indien daarin een nieuwe grief moet worden gelezen, heeft het Hof miskend dat de eisen van een goede procesorde, in het bijzonder het beginsel van hoor en wederhoor, dan meebrengen dat de wederpartij genoegzaam gelegenheid wordt geboden haar verweer aan te vullen en, voorzover nodig, ook overigens haar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.