NJ 2002, 419
Derdenbeslag. Derde-beslagene vrij zijn verklaring te herroepen of te wijzigen? Onrechtmatige daad; rechtsverwerking. Geen analoge toepassing art. 3:35 en 3:36 BW.
HR 30-11-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AD3953, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 november 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/041HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
AD3953
- JCDI
JCDI:ADS114503:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD3953, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑11‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AD3953, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2001
- Wetingang
Essentie
Derdenbeslag. Derde-beslagene vrij zijn verklaring te herroepen of te wijzigen? Onrechtmatige daad; rechtsverwerking. Geen analoge toepassing art. 3:35 en 3:36 BW.
De enkele omstandigheid dat een derde-beslagene op de voet van de art. 476a en 476b Rv. heeft verklaard dat hij een bedrag aan de geëxecuteerde schuldig is, rechtvaardigt niet dat de derde-beslagene verplicht is om hetgeen hij volgens zijn verklaring schuldig is, te voldoen; aangenomen moet worden dat het de derde-beslagene in beginsel vrij staat zijn verklaring te herroepen of te wijzigen. Dit een en ander neemt niet weg dat indien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.