AV&S 2002, p. 160
HR, 30-11-2001, nr. C00/005HR
HR 30-11-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AD3922, m.nt. M.H. Claringbould
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 november 2001
- Zaaknummer
C00/005HR
- Noot
M.H. Claringbould
- LJN
AD3922
- JCDI
JCDI:ADS875389:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verzekeringsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD3922, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑11‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AD3922, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2001
- Wetingang
BW art. 6:169; BW art. 6:170; BW art. 6:171; BW art. 6:173; BW art. 8:544; BW art. 8:545; BW art. 8:546; BW art. 8:1002; BW art. 8:1004; BW art. 8:1005
Essentie
Schadevaring: risicoleer gehandhaafd!
‘De Toekomst; Casuele’
Uitspraak
1. Inleiding
Dit arrest, dat van een uitgebreide en informatieve noot is voorzien door prof. mr. K.F. Haak en van een kort commentaar door mr. R. Cleton, 1 verdient nadere aandacht van ‘droge’ juristen 2 nu de Hoge Raad een uitspraak doet die recht tegen de wettekst (art. 6:173 lid 3 BW) ingaat, de Hoge Raad een nieuwe omschrijving geeft van de risicoleer bij aanvaring en de Hoge Raad eigenlijk tussen neus en lippen een interessante regel geeft over de werkelijke oorzaak van de schade. 3