RvdW 2001, 180
Absolute competentie: rechtsvorderingen ‘betrekkelijk tot huur’; hanteerbaarheid van het recht; ruime uitleg; ambtshalve aanvulling van rechtsgronden. Gezag van gewijsde: geen ambtshalve toepassing.
HR 16-11-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AD3992 (Olde Damink/Oldenzaal,restaurant Vondersweijde)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 november 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, H.A.M. Aaftink, A.G. Pos, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C99/374HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
AD3992
- Roepnaam
Olde Damink/Oldenzaal
restaurant Vondersweijde
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD3992, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑11‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AD3992, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑11‑2001
- Wetingang
Essentie
Absolute competentie: rechtsvorderingen ‘betrekkelijk tot huur’; hanteerbaarheid van het recht; ruime uitleg; ambtshalve aanvulling van rechtsgronden. Gezag van gewijsde: geen ambtshalve toepassing.
Met het oog op de hanteerbaarheid van het recht dient te worden uitgegaan van een ruime uitleg van de in art. 39 Wet RO aan de kantonrechter gegeven bevoegdheid: aan vorderingen die verband houden met en niet los gezien kunnen worden van het (oorspronkelijke) bestaan van een huurovereenkomst, moet dan ook de kwalificatie ‘betrekkelijk tot huur’ worden toegekend. Niet van onjuiste rechtsopvatting getuigt 's Hofs oordeel dat de reconventionele vordering tot schadevergoeding van de huurder zoals ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.