RvdW 2001, 177
Ontslag leerkracht bijzonder onderwijs: WHW; commissie van beroep; ontvankelijkheid vordering tot schadevergoeding bij burgerlijke rechter.
HR 09-11-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2752
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 november 2001
- Magistraten
P. Neleman, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink
- Zaaknummer
C00/052HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
AB2752
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB2752, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑11‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB2752, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑11‑2001
- Wetingang
BW art. 7:610; BW art. 7:681; WHW art. 4.7
Essentie
Ontslag leerkracht bijzonder onderwijs: WHW; commissie van beroep; ontvankelijkheid vordering tot schadevergoeding bij burgerlijke rechter.
De bekostigingsvoorwaarde in art. 4.7 Wet op het hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), inhoudende dat de Hogeschool moet zijn aangesloten bij een commissie van beroep, is niet een ondubbelzinnige overeenkomst tussen partijen zich aan bindend advies te onderwerpen; hetzelfde geldt voor bepaling in de CAO die niet meer dan herhaling art. 4.7 WHW inhoudt. Tussen de betrokken leerkracht en de Hogeschool bestond dan ook niet de verplichting een arbeidsgeschil bij wege van bindend advies te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.