Ondernemingsrecht 2001, 58
HR, 02-11-2001, nr. C00/009HR
HR 02-11-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AD4911, m.nt. F.B.J. Grapperhaus
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 november 2001
- Zaaknummer
C00/009HR
- Noot
F.B.J. Grapperhaus
- LJN
AD4911
- JCDI
JCDI:ADS43426:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD4911, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑11‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AD4911, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2001
- Wetingang
BW art. 7:685
Essentie
Bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst moet de rechter alle relevante factoren meewegen en in de hoogte van de vergoeding tot uitdrukking laten komen
Partij(en)
[eiseres] B.V.
tegen
[verweerster]
Uitspraak
Feiten
[verweerster] treedt in november 1974 bij [eiseres] in dienst. Zij is van 15 mei 1995 tot 1 mei 1996 arbeidsongeschikt. Hierna dient zij een verzoekschrift in tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de voet van art. 7A:1639w (oud) BW, thans: art. 7:685 BW, op grond van gewijzigde omstandigheden van dien aard dat het dienstverband op korte termijn behoort te eindigen, onder toekenning aan haar van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.