EB 2002, 2
HR, 26-10-2001, nr. R00/133HR
HR 26-10-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZC3695
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 oktober 2001
- Zaaknummer
R00/133HR
- LJN
ZC3695
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZC3695, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑10‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZC3695, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑2001
- Wetingang
BW art. 1:114; BW art. 1:136; BW art. 1:137; BW art. 1:138; BW art. 1:139; BW art. 3:178; BW art. 6:2; BW art. 6:248
Uitspraak
M en V zijn in 1972 gehuwd op huwelijkse voorwaarden, inhoudend dat tussen hen generlei gemeenschap van goederen zal bestaan met een jaarlijks verrekenbeding van het batig saldo dat resteert van hun inkomsten na betaling van de nader in deze bepaling omschreven kosten. Deze jaarlijkse verrekening heeft tijdens het huwelijk nooit plaats gevonden.
In 1975 hebben partijen een woning betrokken die tijdens huwelijk door M in eigendom was verkregen, waarvan de koopprijs volledig was gefinancierd met een door M verkregen hypothecaire geldlening waarop niet was afgelost. Aan deze woning zijn verbouwingswerkzaamheden verricht. De kosten daarvan zijn voldaan uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.