TvI 2002, p. 173
HR, 26-10-2001, nr. C99/194HR: Juno
HR 26-10-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AD4804, m.nt. F.P. van Koppen (Juno)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 oktober 2001
- Zaaknummer
C99/194HR
- Noot
F.P. van Koppen
- LJN
AD4804
- Roepnaam
Juno
- JCDI
JCDI:ADS874969:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD4804, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑10‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AD4804, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑2001
Uitspraak
Volgens de Hoge Raad mag een individuele schuldeiser tijdens faillissement een onrechtmatige daadvordering tegen een benadelende derde instellen
Een kritische bespreking van de arresten
1. Inleiding
In drie arresten die de Hoge Raad recentelijk heeft gewezen, namelijk HR 26 oktober 2001 (NJ 2002, 94 en JOR 2002/2) en HR 21 december 2001 (RvdW 2002, 6 en 7 en JOR 2002/37 en 38) wordt de rechtsvraag behandeld of een individuele schuldeiser tijdens het faillissement van zijn debiteur een vordering ex art. 6:162 BW tegen een benadelende derde in kan stellen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.