RvdW 2001, 144
Afgebroken onderhandelingen. Bevoegdheidsincident; EEX; plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan in de zin van art. 5 sub 3.
HR 21-09-2001, ECLI:NL:PHR:2001:ZC3483 (Bus-zaak)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 september 2001
- Magistraten
P. Neleman, R. Herrmann, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C99/245HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
ZC3483
- Roepnaam
Bus-zaak
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:ZC3483, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑09‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:ZC3483, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2001
- Wetingang
EEX-Verdrag art. 5
Essentie
Afgebroken onderhandelingen. Bevoegdheidsincident; EEX; plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan in de zin van art. 5 sub 3.
Een louter intern besluit tot het beëindigen van onderhandelingen, ook al zou dit zijn neergelegd in een aan de wederpartij te zenden brief, kan nog niet worden aangemerkt als afbreken van de onderhandelingen waardooor schade wordt veroorzaakt. Daarvan kan eerst sprake zijn als het besluit effect sorteert doordat het ten uitvoer wordt gelegd en de wederpartij daarvan op de hoogte raakt door de ontvangst van de brief waarin het afbreken wordt medegedeeld. De plaats waar de brief ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.