NJ 2001, 505
Arbeidsovereenkomst. Beëindiging: vrijwillig genomen ontslag; maatstaf; bewijs(middelen).
HR 13-07-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2563
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 juli 2001
- Magistraten
C.H.M. Jansen, J.B. Fleers, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C99/354HR
- Conclusie
plv. P-G Mok
- LJN
AB2563
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB2563, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB2563, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑07‑2001
- Wetingang
BW art. 7:625; BW art. 7:672; Rv (oud) art. 179
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Beëindiging: vrijwillig genomen ontslag; maatstaf; bewijs(middelen).
Rechtbank heeft niet blijk gegeven van onjuiste rechtsopvatting door niet een schriftelijke bevestiging van de werknemer te verlangen en de zaak met behulp van andere bewijsmiddelen te toetsen aan de maatstaf dat wil een werkgever zijn werknemer aan een vrijwillige beëindiging van de arbeidsovereenkomst kunnen houden, sprake moet zijn van een verklaring of gedraging van de zijde van de werknemer die duidelijk en ondubbelzinnig is gericht op beëindiging van de arbeidsovereenkomst, terwijl bovendien de werkgever met redelijke zorgvuldigheid zich ervan moet hebben vergewist dat de werknemer inderdaad beëindiging van de arbeidsovereenkomst beoogt. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.