NJ 2001, 495
Alimentatie. Motivering rechterlijke beslissing; eisen behoorlijke rechtspleging.
HR 29-06-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2376
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 juni 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, W.H. Heemskerk, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, P.C. Kop
- Zaaknummer
R00/147HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
AB2376
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB2376, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑06‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB2376, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑06‑2001
- Wetingang
BW art. 1:392; BW art. 1:401; Rv (oud) art. 59; GW art. 121
Essentie
Alimentatie. Motivering rechterlijke beslissing; eisen behoorlijke rechtspleging.
Ook ten aanzien van een beslissing als de onderhavige (vaststelling alimentatie) geldt het grondbeginsel van een behoorlijke rechtspleging dat elke rechterlijke beslissing tenminste zodanig moet worden gemotiveerd dat zij voldoende inzicht geeft in de aan haar ten grondslag liggende gedachtegang om de beslissing zowel voor partijen als voor derden — in geval van openstaan van hogere voorzieningen: de hogere rechter daaronder begrepen — controleerbaar en aanvaardbaar te maken: in casu heeft Hof niet aan zijn motiveringsplicht voldaan.
Samenvatting
In deze zaak verzoekt de man wijziging van de hem opgelegde alimentatie, onder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.