RvdW 2001, 128
Verval van instantie na cassatie en verwijzing; aanhangig geding. Betekening rechtsgeldig; Nietigheid dagvaarding/exploit?
HR 29-06-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2438
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 juni 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C00/192HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AB2438
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB2438, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑06‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB2438, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑06‑2001
- Wetingang
Essentie
Verval van instantie na cassatie en verwijzing; aanhangig geding. Betekening rechtsgeldig; Nietigheid dagvaarding/exploit?
Exploit ter zake vordering tegen Gemeente tot verval van instantie na cassatie en verwijzing lijdt aan gebrek dat nietigheid meebrengt nu de Gemeente in haar appèldagvaarding domicilie heeft gekozen ten kantore van haar procureur mr. M. en het exploit is uitgebracht ten kantore van mr. D. die in de appèlinstantie voorafgaande aan de cassatieprocedure optrad als advocaat van de Gemeente; er is evenwel geen sprake van een gebrek dat van dien aard is dat valt aan te nemen dat het exploit de Gemeente niet heeft bereikt. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.