AB 2002, 342
Fiscale boete; nemo tenetur; zwijgrecht; criminal charge; moment a quo.
HR 27-06-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB2314
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 juni 2001
- Magistraten
Zuurmond, Van Brunschot, Van Vliet, Lourens, Bavinck
- Zaaknummer
35 889
- LJN
AB2314
- JCDI
JCDI:ADS246234:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB2314, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑06‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB2314, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2001
- Wetingang
Essentie
Fiscale boete; nemo tenetur; zwijgrecht; criminal charge; moment a quo.
Samenvatting
Het oordeel van het hof dat bij het onderzoek alleen de aanvaardbaarheid van aangiftes werd onderzocht, is niet onbegrijpelijk, ook niet in het licht van de omstandigheid dat de betrokken ambtenaren tijdens het onderzoek kennis droegen van belanghebbendes strafdossier. Uit hetgeen belanghebbende aanvoerde, te weten dat hij in de loop van het onderzoek dat is gaan ervaren als een opsporingsonderzoek, vooral toen belanghebbendes strafdossier ter tafel kwam, behoefde het hof niet de conclusie te trekken dat jegens belanghebbende toen reeds een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.