NJ 2002, 364
Wet tarieven gezondheidszorg; strekking; nietigheid overeenkomst: strijd met openbare orde.
HR 11-05-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB1555, m.nt. J. Hijma (AZL/OZF)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 mei 2001
- Magistraten
P. Neleman, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C99/152HR
C99/186HR
- Conclusie
A-G Bakels
- Noot
J. Hijma
- LJN
AB1555
- Roepnaam
AZL/OZF
- JCDI
JCDI:ADS157516:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht (V)
Vermogensrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1555, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑05‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB1555, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑05‑2001
- Wetingang
WTG art. 2; BW art. 3:40; BW art. 6:210
Essentie
Wet tarieven gezondheidszorg; strekking; nietigheid overeenkomst: strijd met openbare orde.
De WTG (Wet Tarieven in de Gezondheidszorg), waaronder alle diensten en leveringen op het gebied van de gezondheidszorg vallen, verbiedt in art. 2 lid 1 om ter zake van een verrichting een tarief in rekening te brengen dat niet is goedgekeurd of vastgesteld door het COTG; door zulks t.a.v. de ziekenkostenverzekeraar wel te doen, heeft het ziekenhuis gehandeld in strijd met bedoelde bepaling. De WTG verbiedt niet het aangaan van de behandelovereenkomst en evenmin de verrichting zelf (in casu een implantatie). De behandelovereenkomst op grond waarvan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.