JOW 2001, 11
wederrechtelijk verkregen voordeel; proceskosten
HR 08-05-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB1518
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 mei 2001
- Magistraten
Davids, Corstens, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
0133300P
- LJN
AB1518
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2001:AB1518, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑05‑2001
ECLI:NL:HR:2001:AB1518, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑05‑2001
- Wetingang
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel; proceskosten
Samenvatting
Veroordeelde klaagt in cassatie over het feit dat het Hof bij de bepaling van de omvang van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat niet de aan een benadeelde derde in rechte toegekende vordering, voor zover die proceskosten (met betrekking tot een civiel vonnis gewezen tussen een verzekeringsmaatschappij en veroordeelde, betreft, in mindering heeft gebracht. Volgens het Hof betreft dit geen voor het plegen van het feit door de veroordeelde gemaakte kosten. De Hoge Raad overweegt dat een redelijke wetsuitleg meebrengt dat, indien de rechter gebruik maakt van zijn bevoegdheid tot het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.