NJ 2001, 377
Arbeidsongeval; bewijslast.
HR 04-05-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB1430 (Bloemsma/Boot Service Hattuma,Industromontaza/Banfic)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 mei 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, R. Herrmann, C.H.M. Jansen, A.E.M. van der Putt-Lauwers, P.C. Kop
- Zaaknummer
C99/225HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
AB1430
- Roepnaam
Bloemsma/Boot Service Hattuma
Industromontaza/Banfic
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1430, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑05‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB1430, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑05‑2001
- Wetingang
BW art. 7:658
Essentie
Arbeidsongeval; bewijslast.
De werknemer die op grond van art. 7:658 lid 2 BW schadevergoeding vordert, zal moeten stellen en zo nodig bewijzen dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor de werkgever: daarbij geldt dat niet van de werknemer kan worden verlangd dat hij ook aantoont wat de toedracht of de oorzaak van het ongeval is geweest.
Samenvatting
Tijdens de werkzaamheden op het scheepswerfje van zijn werkgever valt een werknemer met zijn rug tegen de rand van een boot. Enige tijd later meldt hij zich ziek. In de onderhavige procedure, waarin de werknemer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.