NJ 2001, 361
Huur bedrijfsruimte; nadere vaststelling huurprijs; nadere vaststelling vergoeding voor service-deel; maatstaf. Eindbeslissing.
HR 20-04-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB1204 (De Kring/Wezenbeek)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 april 2001
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, R. Herrmann, P. Neleman, J.B. Fleers, P.C. Kop
- Zaaknummer
C99/178HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AB1204
- Roepnaam
De Kring/Wezenbeek
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1204, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑04‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB1204, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑04‑2001
- Wetingang
BW art. 6:258; BW art. 1632a (oud); BW art. 1632b (oud); Rv (oud) art. 399
Essentie
Huur bedrijfsruimte; nadere vaststelling huurprijs; nadere vaststelling vergoeding voor service-deel; maatstaf. Eindbeslissing.
Wanneer de rechter o.g.v. de daartoe strekkende bepalingen van de afdeling ‘Huur van bedrijfsruimte’ nader de huurprijs van een bedrijfsruimte vaststelt, dient hij zulks te doen aan de hand van de objectieve, in de desbetreffende bepalingen geformuleerde, maatstaf: de ‘huurprijs van vergelijkbare bedrijfsruimte ter plaatse’. Aard en strekking van deze maatstaf laten in beginsel niet toe daarnaast nog rekening te houden met de oorspronkelijke overeenkomst. Deze regel mist in casu toepassing: het gaat hier niet om wijziging van de huurprijs voorzover betrekking hebbende op het gebruik van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.