NJ 2001, 336
Absolute competentie: kwalificatie overeenkomst: huur bedrijfsruimte of overeenkomst sui generis.
HR 13-04-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB1064
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 april 2001
- Magistraten
P. Neleman, W.H. Heemskerk, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C99/214HR
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
AB1064
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1064, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑04‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB1064, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑2001
- Wetingang
RO art. 39 onder 4°; Rv (oud) art. 157
Essentie
Absolute competentie: kwalificatie overeenkomst: huur bedrijfsruimte of overeenkomst sui generis.
Hof is op zichzelf met juistheid ervan uitgegaan dat voor de toepassing van art. 157 Rv. bij de beantwoording van de vraag of een rechtsvordering, omdat zij betrekking heeft op een bepaalde overeenkomst, tot kennisneming van de kantonrechter behoort, als maatstaf geldt de grondslag van de vordering zoals bij dagvaarding ingesteld. Het Hof heeft evenwel de in de inleidende dagvaarding vervatte stellingen op onbegrijpelijke wijze uitgelegd; de daar omschreven overeenkomst kan naar haar aard en strekking niet worden aangemerkt als een huurovereenkomst maar moet worden opgevat als een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.