NJ 2001, 408
Arbeidsovereenkomst. Kennelijk onredelijk ontslag. Sociaal plan: status.
HR 13-04-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB1056, m.nt. P.A. Stein
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 april 2001
- Magistraten
P. Neleman, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, A. Hammerstein, P.C. Kop
- Zaaknummer
C99/170HR
- Conclusie
A-G Spier
- Noot
P.A. Stein
- LJN
AB1056
- JCDI
JCDI:ADS157511:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1056, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑04‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB1056, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑04‑2001
- Wetingang
BW art. 7:681; WL art. 4
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Kennelijk onredelijk ontslag. Sociaal plan: status.
Onder omstandigheden kan onder ‘arbeidsvoorwaarden’ bij een CAO ook een afvloeiingsregeling in het kader van een met de vakbonden overeengekomen sociaal plan worden verstaan; daarvan kan geen sprake zijn ingeval niet is voldaan aan vereiste van art. 4 Wet op de loonvorming, inhoudende dat een CAO eerst in werking treedt vanaf de in lid 2 bedoelde kennisgeving. De klacht dat het sociaal plan moet worden opgevat als een vaststellingsovereenkomst ziet eraan voorbij dat in feitelijke instantie geen beroep is gedaan op het bestaan van een vaststellingsovereenkomst. In cassatie onbestreden is oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.