RvdW 2001, 55
Merkenzaak. Weigering inschrijving: gevaar voor misleiding; kostenveroordeling; cassatieberoep
HR 23-02-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB0221
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 februari 2001
- Magistraten
P. Neleman, W.H. Heemskerk, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, E.J. Numann, Bakels
- Zaaknummer
R97/154HR
9089
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
AB0221
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB0221, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑02‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB0221, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2001
- Wetingang
BMW art. 4; BMW art. 4 lid 6bis; BMW art. 4 lid 6ter; BMW art. 14A; 1e EG-Richtlijn aanpassing merkenrecht EG-Lidstaten; Rv art. 426
Essentie
Merkenzaak. Weigering inschrijving: gevaar voor misleiding; kostenveroordeling; cassatieberoep.
Vervolg na uitspraak BenGH: van een beslissing ingevolge art. 6 ter BMW (weigering bevel inschrijving) staat gedurende 2 maanden cassatieberoep open. Of teken mag worden geweigerd wegens ‘gevaar voor misleiding’ moet worden beoordeeld in samenhang met de bij depot opgegeven waren waarvoor merk bestemd is; BMB en rechter moeten rekening houden met alle relevante, behoorlijk ter kennis gebrachte, feiten en omstandigheden. Vraag mogelijkheid kostenveroordeling opgeschort in afwachting antwoord BenGH.
Samenvatting
Unilever heeft een depot verricht van het beeldmerk, bestaande uit de afbeelding van een pot voorzien van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.