NJ 2001, 251
Arbeidsovereenkomst. Ontbinding; vergoeding naar billijkheid; rechtsmiddelenverbod.
HR 15-12-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA9053, m.nt. P.A. Stein (Intramco Europe/Grotenhuis)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 december 2000
- Magistraten
P. Neleman, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink
- Zaaknummer
R00/042HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
P.A. Stein
- LJN
AA9053
- Roepnaam
Intramco Europe/Grotenhuis
- JCDI
JCDI:ADS43420:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA9053, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑12‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA9053, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2000
- Wetingang
BW art. 6:248; BW art. 7:685
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Ontbinding; vergoeding naar billijkheid; rechtsmiddelenverbod.
In de hoogte van de vergoeding die de rechter op de voet van art. 7:685 BW naar billijkheid aan een der partijen ten laste van de andere partij toekent, dient het resultaat van de rechterlijke toetsing aan de eisen van redelijkheid en billijkheid in beginsel ten volle tot uitdrukking te komen zodat het gewenst is dat de rechter bij het vaststellen van de vergoeding alle voor zijn billijkheidsoordeel relevante factoren meeweegt, waaronder ook de aanspraak gegrond op het verlies van de voordelen voortvloeiende uit de aandelenoptie. Rechtbank heeft dan ook terecht geoordeeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.