RvdW 2001, 5:Formele rechtskracht. Handelingen in voorbereidingsprocedure. Taakverdeling burgerlijke rechter en bestuursrechter.

RvdW 2001, 5

Formele rechtskracht. Handelingen in voorbereidingsprocedure. Taakverdeling burgerlijke rechter en bestuursrechter.

Documentgegevens:

HR 15-12-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA9046 (Slegers/Asten)

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 15 december 2000
Magistraten: F.H.J. Mijnssen, R. Herrmann, J.B. Fleers, H.A.M. Aaftink, O. de Savornin Lohman
Zaaknummer: C99/034HR
Conclusie: plv. P-G Mok
LJN: AA9046
Roepnaam: Slegers/Asten
Vakgebied(en): Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Bestuursrecht algemeen (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2000:AA9046, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑12‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA9046, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2000
Wetingang: BW art. 6:162; TwK art. 2; TwK art. 5; WABM art. 12; WABM art. 14; WABM art. 33; WABM art. 43; WABM art. 44; WABM art. 45; Wet VAR art. XXII

Essentie

De burgerlijke rechter zal de onrechtmatigheid en toerekenbaarheid van de door een bestuursorgaan in het kader van de voorbereidingsprocedure verrichte handelingen in beginsel zelfstandig dienen te beoordelen; hij zal daarbij, voorzover partijen daarop een beroep hebben gedaan, de uitspraak van de bestuursrechter over het besluit waartoe de voorbereidingsprocedure heeft geleid, in zijn overwegingen dienen te betrekken en daarbij i.h.b. aandacht dienen te besteden aan de door de bestuursrechter gegeven oordelen die van betekenis zijn voor de beoordeling van de onrechtmatigheid en de toerekenbaarheid van handelingen die deel uitmaken van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.