NJ 2001, 175
Benelux Merkenwet; art. 6ter; onderscheidend vermogen; schorsing geding.
HR 08-12-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA8900
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 december 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, H.A.M. Aaftink
- Zaaknummer
R98/053HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AA8900
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA8900, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑12‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA8900, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑2000
- Wetingang
BMW art. 6ter
Essentie
Benelux Merkenwet; art. 6ter; onderscheidend vermogen; schorsing geding.
Geding wordt geschorst totdat het HvJEG en het BenGH uitspraak hebben gedaan in een ander geding waarin het BenGH aan het HvJEG vragen van uitleg heeft voorgelegd (betreffende het ‘onderscheidend vermogen’) waarop het antwoord van onmiddellijk belang kan zijn voor de onderhavige zaak.
Samenvatting
Deposant heeft bij het Benelux-Merkenbureau het teken EROTISCH HUISDOUDTEXTIEL gedeponeerd als woordwerk. Het Bureau heeft de inschrijving voorlopig geweigerd op de grond dat het teken ieder onderscheidend vermogen mist. Na bezwaar van de deposant tegen de voorlopige weigering heeft het Bureau het depot definitief geweigerd. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.