RvdW 2000, 229
Wet voorkeursrecht gemeenten: art. 26 lid 1; art. 1 Eerste Protocol EVRM. Procesbesluit BenW. Aanpassen stellingen na verwijzing.
HR 17-11-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8353
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 november 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, W.H. Heemskerk, J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R00/015HR
- Conclusie
A-G Ilsink
- LJN
AA8353
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA8353, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑11‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA8353, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑11‑2000
- Wetingang
Essentie
Wet voorkeursrecht gemeenten: art. 26 lid 1; art. 1 Eerste Protocol EVRM. Procesbesluit BenW. Aanpassen stellingen na verwijzing.
Volgens art. 26 lid 1 Wvg kan een gemeente de nietigheid inroepen van rechtshandelingen die zijn verricht met de kennelijke strekking afbreuk te doen aan het belang van de gemeente bij haar bij de wet geregelde voorkeurspositie. Daartoe moet ten eerste komen vast te staan dat de rechtshandeling — om het voorkeursrecht te ontgaan — aldus is opgezet dat geen vervreemding in de zin van art. 1 Wvg zal plaatsvinden doch de beschikkingsmacht over en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.