NJ 2001, 187
Antilliaanse zaak. Heffing afvalstoffenbelasting o.g.v. Landsverordening; gelijkheidsbeginsel; objectieve en redelijke rechtvaardiging; uitleg verordening; Awb.
HR 10-11-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8256 (Dantumadeel)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 november 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, P.C. Kop
- Zaaknummer
R99/059HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AA8256
- Roepnaam
Dantumadeel
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Milieurecht / Afval
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA8256, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA8256, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑11‑2000
- Wetingang
Afvalstoffenwet art. 62; AWB art. 10:10; Landsverord. vaste en chemische afvalstoffen art. 1; Landsverord. vaste en chemische afvalstoffen art. 7; Landsverord. vaste en chemische afvalstoffen art. 38; IVBP art. 26
Essentie
Antilliaanse zaak. Heffing afvalstoffenbelasting o.g.v. Landsverordening; gelijkheidsbeginsel; objectieve en redelijke rechtvaardiging; uitleg verordening; Awb.
Cassatieberoep verworpen op de gronden uiteengezet in de conclusie van de A-G: het Hof is veronderstellenderwijs ervan uitgegaan dat in de betrokken Eilandsverordening sprake is van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen nu deze verordening bedrijfspanden in de binnenstad wel aan afvalstoffenbelasting onderwerpt en bedrijfspanden daarbuiten niet; het Hof kon evenwel op grond van de ontstaansgeschiedenis van de verordening tot de conclusie komen, zoals het deed, dat daarvoor een voldoende objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat. De jurisprudentie inzake de (Nederlandse) Afvalstoffenwet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.