NJ 2002, 363
Erfrecht. Vervreemding gelegateerd goed door bewindvoerder.
HR 10-11-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA8252, m.nt. W.M. Kleijn
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 november 2000
- Magistraten
P. Neleman, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C99/039HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
AA8252
- JCDI
JCDI:ADS143579:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Onbekend (V)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA8252, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑11‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA8252, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2000
- Wetingang
BW art. 4:922; BW art. 4:1004; BW art. 4:1013; BW art. 4:1039; BW art. 4:1043; RO art. 101a
Essentie
Erfrecht. Vervreemding gelegateerd goed door bewindvoerder.
Art. 4:1043 BW houdt in dat een legaat is vervallen indien het gelegateerde goed als gevolg van overgang op een ander niet tot de nalatenschap behoort en het daardoor feitelijk onmogelijk is geworden het legaat uit te keren. Daarmee strookt niet een onderscheid al naar gelang het gaat om een vervreemding door de erflater zelf dan wel door een ander. De in art. 4:1039 vervatte bepaling (inhoudende dat een uiterste wil slechts kan worden herroepen bij latere uiterste wilsbeschikking of bij bijzondere notariële akte) kan hieraan niet afdoen nu art. 4:1043 voor het speciale geval ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.