JAR 2000, 249
HR, 10-11-2000, nr. C98/370HR
HR 10-11-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8251
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 november 2000
- Magistraten
Mrs Mijnssen, Heemskerk, Van der Putt-Lauwers, Fleers, Hammerstein
- Zaaknummer
C98/370HR
- LJN
AA8251
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA8251, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑11‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA8251, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑11‑2000
- Wetingang
BW art. 7:611; BW art. 7:677; BW art. 7:680
Samenvatting
(Zie voorgeschiedenis Rechtbank Utrecht 22-07-1998, JAR 1998, 194, SMA november/december 1998, p. 501, Rechtspraakoverzicht Arbeidsrecht 1998, p. 137). Een werknemer treedt twee maanden nadat hij ontslag heeft genomen (na een arbeidsovereenkomst van acht jaar) weer in dienst bij de werkgever voor de duur van een bepaald project in Engeland (zeven maanden, salaris ƒ 6.500,‒ bruto per maand, bonus van ƒ 2.750,‒ bruto per maand met een maximum van zes maanden). In de arbeidsovereenkomst is een proeftijd van twee maanden overeengekomen. Op de eerste werkdag wordt de werknemer tewerkgesteld op een project in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.