RvdW 2000, 196
Ontslag op staande voet; dringende reden; verwijt werknemer.
HR 29-09-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA7282
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 september 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, P. Neleman, W.H. Heemskerk, C.H.M. Jansen, P.C. Kop
- Zaaknummer
C98/360HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AA7282
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA7282, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑09‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA7282, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑09‑2000
- Wetingang
BW art. 7:678; BW art. 7A:1639h (oud); BW art. 7A:1639p (oud)
Essentie
Ontslag op staande voet; dringende reden; verwijt werknemer.
Ontslag op staande voet is in beginsel ook mogelijk indien de werknemer geen verwijt treft; het hangt af van de aard van de dringende, voor het ontslag op staande voet aangevoerde reden, en zo die aard niet reeds meebrengt dat de eis van verwijtbaarheid moet worden gesteld, van de afweging van de concrete omstandigheden van het geval, of doel kan treffen het verweer van de werknemer dat die reden niet toereikend is voor een ontslag op staande voet omdat die gedraging hem niet valt te verwijten.
Samenvatting
Werknemer met een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.