RvdW 2000, 178
Abw. Verhaal bijstand: vanaf welk moment; vrijheid rechter; motiveringseisen.
HR 08-09-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7042
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 september 2000
- Magistraten
H.L.J. Roelvink, W.H. Heemskerk, J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein
- Zaaknummer
R99/161HR
- Conclusie
plv. P-G Mok
- LJN
AA7042
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA7042, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑09‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA7042, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑04‑2000
- Wetingang
ABW art. 96; BW art. 1:160
Essentie
Abw. Verhaal bijstand: vanaf welk moment; vrijheid rechter; motiveringseisen.
De sinds 1 januari 1996 geldende Algemene bijstandswet heeft geen wijziging gebracht in de regel dat de rechter bij het vaststellen van de dag vanaf welke het verhaal kan worden uitgeoefend, vrij is rekening te houden met de omstandigheden die hij van belang acht. Klacht dat Hof oordeel nog nader had dienen te motiveren gaat uit van motiveringseisen die aan oordeel als dit niet gesteld kunnen worden.
Samenvatting
Man heeft gedurende enkele jaren alimentatie betaald aan zijn ex-echtgenote. De ex-echtgenote, die een bijstandsuitkering ontving, maakte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.