NJ 2001, 347
Huwelijkse voorwaarden; vervalbeding; redelijkheid en billijkheid. Devolutieve werking van het appèl.
HR 23-06-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA6299, m.nt. W.M. Kleijn (Vervalbeding bij Amsterdams Verrekenbeding)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 juni 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, P. Neleman, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers
- Zaaknummer
R99/155HR
- Conclusie
A-G i.b.d. Moltmaker
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
AA6299
- Roepnaam
Vervalbeding bij Amsterdams Verrekenbeding
- JCDI
JCDI:ADS157954:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6299, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑06‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA6299, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑06‑2000
- Wetingang
BW art. 1:114; BW art. 1:132; BW art. 6:248
Essentie
Huwelijkse voorwaarden; vervalbeding; redelijkheid en billijkheid. Devolutieve werking van het appèl.
Het Hof heeft bij de beantwoording van de vraag of de man een beroep op het vervalbeding toekwam terecht tot uitgangspunt genomen dat een dergelijk beroep naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, tenzij blijkt van omstandigheden die een beroep op dit beding rechtvaardigen. 's Hofs op een samenstel van gronden gebaseerde oordeel dat dit laatste hier het geval is, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en kan voor het overige in cassatie niet op zijn juistheid worden onderzocht. De niet-onvankelijkverklaring is een einduitspraak; door het hoger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.