NJ 2000, 457
Alimentatie; echtscheidingsconvenant; wijziging omstandigheden.
HR 09-06-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA6162
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 juni 2000
- Magistraten
H.L.J. Roelvink, W.H. Heemskerk, R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, O. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
R99/151HR
- Conclusie
A-G Mr. Hartkamp
- LJN
AA6162
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6162, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑06‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA6162, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2000
- Wetingang
BW art. 1:158; BW art. 1:401; BW art. 6:258
Essentie
Alimentatie; echtscheidingsconvenant; wijziging van omstandigheden.
Wanneer een partij bij een overeenkomst betreffende levensonderhoud na het sluiten daarvan te weten komt dat de feitelijke omstandigheden ten tijde van het sluiten van de overeenkomst anders waren dan hij of zij toen aannam, kan het verkrijgen van deze wetenschap niet worden aangemerkt als een wijziging van omstandigheden in de zin van art. 1:401 BW.
Samenvatting
Man betaalt aan zijn ex-echtgenote alimentatie zoals overeengekomen in een echtscheidingsconvenant. In het convenant is bepaald dat hertrouwen of samenwonen van de vrouw geen invloed op de alimentatie zal hebben. Ten tijde van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.