RvdW 2000, 120
Bestuurdersaansprakelijkheid; stelplicht; aansprakelijkheid rechtspersoon als bestuurder
HR 28-04-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5658 (Montedison)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 april 2000
- Magistraten
F.H.J. Mijnssen, P. Neleman, W.H. Heemskerk, A.E.M. van der Putt-Lauwers, A. Hammerstein
- Zaaknummer
C99/087HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
AA5658
- Roepnaam
Montedison
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5658, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑04‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5658, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑04‑2000
- Wetingang
BW art. 2:11; BW art. 2:138; BW art. 2:216; BW art. 2:248; BW art. 2:259; BW art. 6:162
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid; stelplicht; aansprakelijkheid rechtspersoon als bestuurder.
Slagende motiveringsklachten tegen 's Hofs oordeel dat curator onvoldoende heeft gesteld met betrekking tot aansprakelijkheid van de rechtspersoon/bestuurder van de failliete vennootschap. Volgens art. 2:11 BW rust de aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder is. Een verdere uitbreiding van de aansprakelijkheid tot degene die het beleid van de aansprakelijke rechtspersoon heeft bepaald of mede heeft bepaald, is in art. 2:11 niet gegeven. De in art. 2:138 lid 7 en 2:248 lid 7 gegeven uitbreiding van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.