NJ 2000, 626
Hoger beroep ingesteld door B&W; 164 leden 3 en 4 Gemeentewet niet van toepassing.
HR 14-04-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA5517, m.nt. M. Scheltema
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 april 2000
- Magistraten
Roelvink, Heemskerk, Herrmann, Fleers, Hammerstein, Mok
- Zaaknummer
C98/216HR
- Conclusie
plv. P-G Mok
- Noot
M. Scheltema
- LJN
AA5517
- JCDI
JCDI:ADS63847:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA5517, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑04‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA5517, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑04‑2000
- Wetingang
Essentie
Hoger beroep ingesteld door B&W; art. 164 leden 3 en 4 Gemeentewet niet van toepassing.
Hoge Raad komt terug van zijn arrest-Udenhout in zoverre dat hij oordeelt dat het college van B&W van een gemeente ingevolge het eerste lid van art. 164 Gemeentewet bevoegd is om bij wege van conservatoire maatregel, ter voorkoming van verlies van recht, rechtsmiddelen in een civiele procedure aan te wenden en dat op de daarbij vereiste bekrachtiging door de gemeenteraad toepassing mist het bepaalde in lid 4 (bekrachtiging uitsluitend mogelijk in eerste vergadering na die beslissing).
Samenvatting
Projectontwikkelaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.