AB 2001, 60
Terugvordering bijstand; cassatierequest ingediend bij verkeerde instantie; geen analoge toepassing art. 6:15 Awb
HR 24-03-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5263
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 maart 2000
- Magistraten
Roelvink, Neleman, Jansen, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman, Strikwerda
- Zaaknummer
R99/100HR
- LJN
AA5263
- JCDI
JCDI:ADS864600:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Onbekend (V)
Bestuursprocesrecht / Administratief beroep
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2000:AA5263, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑03‑2000
ECLI:NL:HR:2000:AA5263, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑03‑2000
- Wetingang
Essentie
Terugvordering bijstand; cassatierequest ingediend bij verkeerde instantie; geen analoge toepassing art. 6:15 Awb.
Samenvatting
Ingevolge het tot 1 januari 1996 van kracht zijnde art. Ⅹ van de op 1 augustus 1992 in werking getreden Wet van 15 april 1992, Stb. 193, zijn de art. 61–66 en 71 AWB (lees ABW), zoals deze artikelen luidden voor 1 augustus, van toepassing gebleven op verzoeken tot terugvordering in rechte van kosten van bijstand. In het tijdvak van 1 augustus 1992 tot 1 januari 1996 bedroeg de appeltermijn ingevolge art. 66 (oud) ABW derhalve ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.