NJ 2000, 391
Alimentatie. Beëindiging o.g.v. Wet limitering na scheiding: Ⅱ lid 2. Beëindiging niet ingrijpend: bijstand; motivering. Pensioenverevening: 12 lid 2; duur huwelijk.
HR 28-01-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA4607
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 januari 2000
- Magistraten
Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Van der Putt-Lauwers, Fleers
- Zaaknummer
R99/010HR
- Conclusie
A-G i.b.d. Moltmaker
- LJN
AA4607
- JCDI
JCDI:ADS157898:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA4607, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑01‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA4607, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2000
- Wetingang
BW art. 1:169; Wet 28 april 1994 Stb. 324 art. II; WVP art. 12
Essentie
Alimentatie. Beëindiging o.g.v. Wet limitering na scheiding: art. Ⅱ lid 2. Beëindiging niet ingrijpend: bijstand; motivering. Pensioenverevening: art. 12 lid 2; duur van huwelijk.
Cassatieberoep tegen 's Hofs oordeel dat op voet van art. Ⅱ tweede lid Wet limitering na scheiding gedane verzoek tot beëindiging van alimentatie moet worden toegewezen nu beëindiging niet ingrijpend is omdat alimentatiegerechtigde kan terugvallen op een (hogere) bijstandsuitkering. Beroep verworpen met toepassing art. 101a RO. ‘De duur van het huwelijk’ in art. 12 lid 2 WVP (inhoudende dat de WVP — die niet van toepassing is op een scheiding die heeft plaatsgevonden vóór de inwerkingtreding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.