NJ 2000, 256:Arubaanse zaak. Buitengerechtelijke kosten en proceskosten; ambtshalve matiging bedongen bedragen; motivering. Uitleg stellingen en waardering bewijs.

NJ 2000, 256

Arubaanse zaak. Buitengerechtelijke kosten en proceskosten; ambtshalve matiging bedongen bedragen; motivering. Uitleg stellingen en waardering bewijs.

Documentgegevens:

HR 28-01-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA4605

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 28 januari 2000
Magistraten: Neleman, Jansen, Kop
Zaaknummer: R98/102HR
Conclusie: A-G Strikwerda
LJN: AA4605
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2000:AA4605, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑01‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA4605, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑01‑2000
Wetingang: Rv (oud) art. 57; Rv (oud) art. 57ab; Rv (Ned. Antillen) art. 60; Rv (Ned. Antillen) art. 61

Essentie

De rechter heeft de bevoegdheid de ter vergoeding van proceskosten of van buitengerechtelijke kosten bedongen bedragen ambtshalve te matigen doch dient inzicht te geven in zijn gedachtengang. Klacht tegen uitleg stellingen en waardering bewijs verworpen met toepassing art. 101a RO.

Samenvatting

Het betoog dat de (mede) gevorderde buitengerechtelijke incassokosten als vaststaand moeten worden toegewezen, nu deze niet zijn betwist, miskent het dat de rechter de bevoegdheid heeft ter vergoeding van proceskosten of van buitengerechtelijke kosten bedongen bedragen ambtshalve te matigen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.