RvdW 2000, 24:Antilliaanse zaak. Concordantiebeginsel. Doorwerking exoneratiebeding: wettelijk stelsel; ‘vrije hand’ en gewekt vertrouwen; ‘betrokken derde’

RvdW 2000, 24

Antilliaanse zaak. Concordantiebeginsel. Doorwerking exoneratiebeding: wettelijk stelsel; ‘vrije hand’ en gewekt vertrouwen; ‘betrokken derde’

Documentgegevens:

HR 21-01-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA4429 (ODS/Curaçao Port Services)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 21 januari 2000
Magistraten: Roelvink, Neleman, Heemskerk, Herrmann, Kop
Zaaknummer: R98/094HR
Conclusie: A-G Strikwerda
LJN: AA4429
Roepnaam: ODS/Curaçao Port Services
Vakgebied(en): Vermogensrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2000:AA4429, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑01‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA4429, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2000
Wetingang: Statuut art. 23; Cassatiereg. Ned. Antillen en Aruba art. 1; BW (Ned. Antillen) art. 1357; Rv art. 419

Essentie

Antilliaanse zaak. Concordantiebeginsel. Doorwerking exoneratiebeding: wettelijk stelsel; ‘vrije hand’ en gewekt vertrouwen; ‘betrokken derde’.

Voor een uitzondering op het ook naar Antilliaans recht geldend beginsel dat contractuele bedingen alleen van kracht zijn tussen handelende partijen, moet voldoende rechtvaardiging kunnen worden gevonden in de aard van het desbetreffende geval waarbij ook het wettelijk stelsel in het oog moet worden gehouden. Het beginsel van concordantie van rechtspraak brengt mee dat wat betreft het vraagstuk van doorwerking van exoneratiebedingen de positie van bij zeevervoer ingeschakelde zelfstandige opdrachtnemers zoals stuwadoors naar het recht van de Nederlandse Antillen niet anders dient te worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.