NJ 2000, 236
Formele bewijskracht onderhandse akte.
HR 14-01-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA4278
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 januari 2000
- Magistraten
Mijnssen, Herrmann, Jansen, Fleers, Hammerstein
- Zaaknummer
C98/237HR
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
AA4278
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA4278, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑01‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA4278, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑01‑2000
- Wetingang
Rv (oud) art. 177
Essentie
Formele bewijskracht onderhandse akte.
Samenvatting
V., die voor inmiddels overleden echtpaar W. en Stichting werkzaamheden heeft verricht, vordert van Stichting, enig erfgenaam van het echtpaar, betaling van diverse bedragen en afgifte van twee kunstwerken. V. beroept zich daartoe op diverse geschriften (een koopovereenkomst met kwijting van de koopprijs en een aantal schuldbekentenissen). De echtheid van de daarop geplaatste handtekeningen van mevrouw W. is niet in geschil. De Stichting heeft aangevoerd dat de tekst later boven die handtekeningen is geplaatst. Het Hof is op grond van een aantal feiten en omstandigheden tot de conclusie gekomen dat voorshands moet worden aangenomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.