RvdW 1999, 192
Distributieovereenkomst. Opzegging. Redelijkheid en billijkheid
HR 03-12-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA3821 (Latour/De Bruijn)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 december 1999
- Magistraten
Roelvink, Herrmann, Fleers, De Savornin Lohman, Hammerstein
- Zaaknummer
C98/156HR
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
AA3821
- Roepnaam
Latour/De Bruijn
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA3821, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑12‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA3821, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑1999
- Wetingang
BW art. 6:248
Essentie
Distributieovereenkomst. Opzegging. Redelijkheid en billijkheid.
Bij gebreke van een wettelijke of contractuele regeling daaromtrent zal de vraag of de opzegging in een concreet geval het beoogde resultaat heeft gehad, beantwoord moeten worden aan de hand van de redelijkheid en billijkheid in verband met de omstandigheden van dat geval. Ook indien uit de aard van een specifieke distributieovereenkomst zou volgen dat zij in beginsel zonder meer opzegbaar is, kunnen de eisen van redelijkheid en billijkheid in verband met de concrete omstandigheden van het geval meebrengen dat opzegging slechts tot beëindiging van de overeenkomst leidt indien een voldoende zwaarwegende grond voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.