RvdW 1999, 180
Aansprakelijkheid Waterschap / onrechtmatige daad; waterbeheertaak; beleidsvrijheid; onevenredig nadeel
HR 19-11-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA1058
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 november 1999
- Magistraten
Mijnssen, Heemskerk, Herrmann, Jansen, Kop
- Zaaknummer
C98/113HR
- Conclusie
A-G Hartkamp)
- LJN
AA1058
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:1999:AA1058, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑11‑1999
ECLI:NL:HR:1999:AA1058, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑11‑1999
- Wetingang
BW art. 6:162
Essentie
Aansprakelijkheid Waterschap. Onrechtmatige daad; waterbeheertaak; beleidsvrijheid; onevenredig nadeel.
In hoeverre de verplichtingen van het Waterschap voortvloeiende uit zijn waterbeheertaak zich uitstrekken, hangt mede af van de financiële middelen die het Waterschap ten dienste staan terwijl het Waterschap dienaangaande een zekere beleidsvrijheid niet kan worden ontzegd. Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft 's Hofs oordeel dat het niet verder normaliseren van de Dommel niet onrechtmatig is mede in aanmerking genomen dat het Waterschap om onevenredige nadelen voor thans eisers tot cassatie te ondervangen ter compensatie een uitkoopregeling heeft vastgesteld.
Samenvatting
Eigenaren van grond en ondernemers in de nabijheid van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.