NJ 2000, 103
Ontslag staande voet. Bewijs verduistering: onvoldoende gemotiveerde betwisting
HR 19-11-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3375
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 november 1999
- Magistraten
Roelvink, Herrmann, Van der Putt-Lauwers
- Zaaknummer
C98/109HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
AA3375
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA3375, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑11‑1999
- Wetingang
BW art. 7:661; Rv (oud) art. 179
Essentie
Ontslag op staande voet. Bewijs verduistering: onvoldoende gemotiveerde betwisting.
Klaarblijkelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de werknemer, op staande voet ontslagen wegens het zich opzettelijk toeëigenen van de door hem in de nachtkluis van de bank te deponeren dagopbrengsten, niet voldoende gemotiveerd heeft betwist de stelling van de werkgever dat de bedoelde dagomzetten niet bij de bank zijn aangekomen. Dit oordeel berust op een aan de feitenrechter voorbehouden waardering van hetgeen partijen hebben aangevoerd en is niet onbegrijpelijk.
Samenvatting
Werkgever ontslaat werknemer op staande voet wegens fraude met en/of diefstal van dagomzetten. In cassatie gaat het nog slechts ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.