NJ 2000, 222
Nevenrechten; recht op schadevergoeding uit onrechtmatige daad geen nevenrecht. Onrechtmatige daad Staat jegens derde?
HR 12-11-1999, ECLI:NL:PHR:1999:AA3370, m.nt. A.R. Bloembergen (Heijmans Bouw/Staat)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 november 1999
- Magistraten
Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Fleers, Kop
- Zaaknummer
C98/076HR
- Conclusie
plv. P-G Mok
- Noot
A.R. Bloembergen
- LJN
AA3370
- Roepnaam
Heijmans Bouw/Staat
- JCDI
JCDI:ADS63829:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA3370, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑11‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AA3370, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑11‑1999
- Wetingang
BW art. 6:142; BW art. 6:162
Essentie
Nevenrechten; recht op schadevergoeding uit onrechtmatige daad geen nevenrecht. Onrechtmatig daad Staat jegens derde?
Ingeval van overgang van een vordering door levering of anderszins gaan uitsluitend de bij de vordering behorende nevenrechten van rechtswege over op de verkrijger van de vordering. Tot die nevenrechten behoren niet de rechten die niet aan de overgedragen vordering zijn verbonden maar deel uitmaken van de gehele rechtsverhouding tussen de schuldenaar en de oorspronkelijk schuldeiser. Een recht op schadevergoeding uit onrechtmatige daad is niet een nevenrecht, ook niet wanneer het gaat om overgang van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.