RvdW 1999, 167
Bestuurdersaansprakelijkheid; stelplicht
HR 05-11-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA3362
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 november 1999
- Magistraten
Roelvink, Neleman, Herrmann, Van der Putt-Lauwers, Fleers
- Zaaknummer
C98/102HR
- Conclusie
P-G Ten Kate)
- LJN
AA3362
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA3362, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑11‑1999
- Wetingang
BW art. 6:162; Rv art. 419
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid; stelplicht.
Falende klachten tegen oordeel hof dat bestuurder niet jegens de vennootschap persoonlijk aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door niet-nakoming van overeenkomst door vennootschap omdat onvoldoende concrete feiten en omstandigheden zijn aangevoerd die tot de slotsom zouden kunnen leiden dat bestuurder die namens de rechtspersoon de overeenkomst is aangegaan destijds wist of redelijkerwijs behoorde te begrijpen dat de vennootschap bij niet-nakoming geen verhaal zou bieden.
Samenvatting
In deze zaak wordt verweerder in cassatie Van den Broek als bestuurder van Cunera B.V. persoonlijk aansprakelijk gesteld door Verlinden, die stelt dat Van den Broek verplichtingen is aangegaan namens Cunera ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.