JOW 1999, 43
wederrechtelijk verkregen voordeel
HR 25-05-1999, ECLI:NL:HR:1999:AK1546
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 mei 1999
- Magistraten
Haak, Bleichrodt, Corstens, Orie, Balkema
- Zaaknummer
110900P
- LJN
AK1546
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AK1546, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑05‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:AK1546, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑02‑1999
- Wetingang
Sr art. 36e
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel
Samenvatting
Het eerste middel klaagt erover dat het Hof ten onrechte het verweer heeft verworpen, dat het voordeel niet door middel van of uit de baten van de bewezenverklaarde handelingen was en kon worden verkregen.
Blijkens de toelichting berust het middel op de opvatting dat bewezenverklaarde handelingen, te weten handelingen die zijn gericht op het verdere vervoer, de opslag en de ontvangst van heroïne, geen voordeel in de zin van art. 36e Sr. kunnen opleveren, omdat daaruit niet direct enig voordeel voortvloeit. Volgens de Hoge Raad is die opvatting echter onjuist. Ook indien ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.